Frederike Praasterink (HAS/ NWA onderzoeksprogramma Future Food Systems) nam ons mee in de transitie die gaande is. We gaan echt een nieuw tijdperk in. Waarin we anders gaan eten en waarin de hele keten mee zal veranderen. Meer lezen: groenkennisnet.nl/vijf-toekomstbeelden-over-landbouw-en-voedsel-in-2050-1 en Toekomstverkenning Agrofood 2050 van Transitiecoalitie Voedsel.
Andre Hoogendijk (BO-Akkerbouw) gaf een causerie over de transitie in de akkerbouw en de vollegrondsgroenteteelt "De hele keten gaat in transitie - u ook". Link naar zijn artikel: issuu.com/agf-vormgeving/docs/primeur_0708-22_issuu/96.
Pieter de Boer (ministerie van LNV) presenteerde een stappenplan om te komen tot een Nationaal Programma voor het Landelijk Gebied/NPLG.
Jelleke de Nooy - van Tol gaf een korte speech over stand van zaken betreffende de transitie in de landbouw en de bedoeling van het Congres.
Daarna gingen in feite alle workshops over het vormgeven en inrichten van vernieuwende manieren van landbouw en voedselproductie; waar lopen we tegenaan en welke mogelijke oplossingen er zijn. Zowel provinciaal als nationaal als via het GLB.
1) De Nieuwe Boer is .... biologisch met:
Momenteel is slechts 5% van de Nederlandse voedselproductie biologisch. Verschillende provincies hebben de ambitie om dit percentage op redelijke termijn flink op te voeren. De provincie Noord-Brabant stimuleert de transitie naar biologische en natuur-inclusieve landbouw zeer sterk en streeft naar 15% biologische landbouw in 2030.
Omdat een dergelijke transitie veel van de boeren vraagt, is de noodzaak van ondersteuning door coaches (voorlichters) in deze en in enige andere workshops duidelijk naar voren gebracht. De boeren willen wel als de afzet verzekerd is tegen een redelijke prijs. Essentieel is dat de diverse ketenpartners hun verantwoordelijkheid nemen met prijzen en afspraken. Het opzetten van een commanditaire vennootschap om productieverliezen in de aanloopperiode van de transitie op zich te nemen is een waardevol ondersteunend initiatief. Samen met gebiedspartners, banken en adequaat onderwijs moet de overheid vaart in de transitie brengen.
2) De Nieuwe Boer .... heeft een goed inkomen en vertrouwen in de toekomst met:
Met betrekking tot het realiseren van een rechtvaardig boereninkomen werd o.m. gesteld dat vrijhandelsverdragen als CETA en EU-Mercosur beter gestopt kunnen worden en dat de WTO regels drastisch hervormd moeten worden. Ook werd gepleit voor een efficiëntere inzet van het GLB budget en voor internalisering van alle milieu-, dierenwelzijns- en sociale kosten in de consumentenprijs en voor eerlijke prijzen aan alle boeren. Ten slotte werd nog gesuggereerd om het minimumloon en de sociale uitkeringen zodanig te verhogen om toegang tot gezond en milieuvriendelijk voedsel te waarborgen.
Geconcludeerd werd ook dat er een visie nodig is op landbouw en voedselproductie over 10 jaar en een tijdpad hoe dat te realiseren. Meer tijd en middelen investeren in gebiedsontwikkeling en in begeleiding van boeren (coaches). De ontwikkeling van een visie kan tot stand komen via dialogen in het kader van een Nationaal Strategisch Plan GLB door het IPO en het Rijk.
3) De nieuwe boer is .... een natuurlijke veehouder met:
Inzet is het produceren van gezond voedsel. Boeren, dierenartsen en andere geïnteresseerden werken daartoe nauw samen.
Geconcludeerd werd dat de natuur veel (vergeten) oplossingen biedt voor o.a. diergezondheid en bodem. Biologisch geneesmiddelen (kruiden), kruidenrijk grasland, planten en bomen kunnen een belangrijke rol spelen bij het realiseren van een gezonde bodem en een gezonde veestapel.
4) De Nieuwe Boer is .... plantaardige eiwitboer en ketenpartner met:
De vraag naar plantaardige eiwitten neemt snel toe. Als vleesvervanger voor mensen die veganistisch willen eten. Bovendien zijn peulvruchten, die stikstof binden, ook goed voor bodem en water.
Teelt, verwerking en consumptie van vlinderbloemigen als biologische lupine bieden een win-win situatie voor mens en natuur. Teelt & afzet in balans laten groeien is een uitdaging waarin de hele keten van boer, verwerker, financier, overheid, ngo, consument een rol en verantwoordelijkheid heeft, maar ook van kan profiteren. Bijv. door een pragmatisch inkoopbeleid door cateraars: zet men biologische lupine e.a. plantaardige eiwitten op het menu van bedrijfsrestaurants, dan gaat daarmee de keten lopen. Provincie-overstijgende ondersteuning voor samenwerkingsverbanden is nodig. Plantaardige eiwitboeren hebben zich onlangs verenigd in een producentenorganisatie ‘eiwitboeren’. ‘Lekker Lupine’ is het platform dat de teelt, kennis en afzet van Bio Lupine in Nederland organiseert; een waardevolle start-up. Dit en soortgelijke initiatieven verdienen in de opstartfase ook ondersteuning van het Rijk.
5) De Nieuwe Boer .... onderhoudt de kringloop met:
Gesteld werd dat met innovatie op de boerderij nog zeker 50% stikstofreductie te halen valt. Vooral innovaties in gier- en mestverwerking kunnen een grote bijdrage leveren. Er moet verder gepraat worden over mestinjectie en kunstmesttoediening, temeer omdat de overheid hieromtrent normen geeft die strijdig zijn met een goede bodemgezondheid.
6) De Nieuwe Boer is .... datagedreven met:
Steeds meer partijen rondom de boer maken gebruik van gegevens om de bedrijfsprocessen te optimaliseren. De boer zelf kan echter ook veel baat hebben bij data, analyse en besluitvorming ondersteunende scenario’s. Juist ook als het gaat om de nieuwe balans tussen productiviteit en de zorg voor biodiversiteit, milieu, klimaat, bodem en voedselkwaliteit. In de workshop werd de balans tussen de waarde van de data en de kwetsbaarheid daarvan besproken. Voorgesteld werd om de beschikbare data bij elkaar te brengen en te beschermen door Project Hollandse Waterlinie en door een door de boeren zelf op te richten Stichting Boer en Data.
7) De Nieuwe Boer is .... waterbeheerder met:
Ook 2022 is een droog jaar. Waterschappen, drinkwatermaatschappijen en boeren lijken daarin soms tegengestelde belangen te hebben, echter met een iets andere kijk op de problemen blijken die belangen juist samen te vallen. In tijden van grote regenval moet het water afgevoerd worden, in tijden van droogte moet het vastgehouden worden. De overgang tussen die twee toestanden is ingewikkeld. Maar juist daarin ligt een kans om voor de boer, de waterschappen en de andere belanghebbenden om samen te werken. Meer organische stof in de bodem bijvoorbeeld leidt tot een betere (spons) werking en buffering van extreme regenval. Een voorbeeld uit het waterschap van de Dommel illustreerde slimme maatregelen die in gezamenlijk overleg genomen kunnen worden om voedsel te produceren onder droge en natte omstandigheden.
8) De Nieuwe Boer is .... een duurzame pachter met:
Een langjarige pacht is een voorwaarde voor investeren in de bodem. Dit jaar is een netwerk ‘duurzame pacht’ opgericht. De ‘toekomstboeren’ zorgden al in 2020 voor een inzichtelijke verkenning van grond en pacht.
Momenteel wordt er geëxperimenteerd met nieuwe modellen voor duurzame pacht voor overheden, verpachters en pachters. Hierin moeten verder stappen gezet worden en resultaten moeten met elkaar gedeeld worden. Een van de ideeën is om doelen voor gebruik van de grond vast te leggen in contracten. Duidelijke indicatoren en transparantie zijn vereist om dit te realiseren.
9) De Nieuwe Boer is .... regeneratief met
Met regeneratieve (herstellende) landbouw bedoelen we vormen van landbouw die bijdragen aan het herstel van ecosystemen, economie, sociale verbetering en aan persoonlijke zingeving/plezier in het werk. Dit zijn de 4 ópbrengsten’ die Commonland’ nastreeft met zijn aanpak. Grotere diversiteit in gewassen is een belangrijke factor. Verder werd geconstateerd dat het niet alleen om boeren gaat maar ook over burgers en beleidsmakers. Dialoog tussen de partners kan de zaak vooruit helpen.
10) De Nieuwe Boer is .... verbindend en verbredend met :
Veel boeren in Nederland hebben al gekozen voor een vorm van verbrede, multifunctionele landbouw. Dat varieert van een enkele functie erbij (camping of verkoop aan huis) tot een gemengd biologisch bedrijf met winkel en café en zorgtak. De boer en de boerin gaan daarmee een verbinding aan met burgers, vrijwilligers, zorgvragers en zorginstellingen. Dat vergt een heel andere bedrijfsvoering en goede sociale vaardigheden. Daarbij komt veel kijken. En men loopt daarbij tegen veel problemen aan. Het zou veel helpen als de lokale overheden het gezag zouden hebben om toestemming te kunnen geven aan innovatieve initiatieven van kleinschalige, multifunctionele, onconventionele boeren en ondernemers. Nu is men vaak overgeleverd aan de goodwill van een wethouder of provinciebestuurder. Dat drijft veel initiatiefnemers tot wanhoop. Levensvatbare initiatieven hebben een meerwaarde voor de gemeenschap en passen in de beoogde transitie. Ze zouden op basis van het ‘do no harm principe’ goedgekeurd moeten kunnen worden. Scholing van ambtenaren voor een actieve rol in het transitieproces met betrekking tot subsidieverlening, ruimtelijke ordening, juridische obstakels, vergunningverlening verdient aanbeveling.
11) De Nieuwe Boer is .... gebiedsgericht met:
WE zijn er inmiddels van doordrongen dat de verschillende problemen (stikstof, CO2, ammoniak, bodemvruchtbaarheid, waterbeheer, landschapsbeheer, biodiversiteit) in hun samenhang aangepakt moeten worden. Een integratieve benadering kan alleen als alle betrokkenen in een gebied samen werken aan een plan om het gebied duurzaam te ontwikkelen. Daarbij is de provincie aan zet. Er zijn enige voorbeelden o.m. in de Achterhoek waar het Markemodel met een democratische bestuursvorm is ontwikkeld en gebiedsondernemingen als Duinboeren in Noord-Brabant. Essentieel daarbij is Publiek-Private samenwerking. Meer dialoog tussen de betrokken partijen is nodig om de vaak tegenstrijdige regelgeving aan te passen.
12) De Nieuwe Boer is .... op zijn / haar toekomst voorbereid (onderwijs) met:
Jonge boeren willen en moeten goed voorbereid zijn op hun toekomst, waarin de samenleving van hen verwacht dat zij waterbeheerder zijn, bijdragen aan biodiversiteit, en aan lokale ketens, diervriendelijk zijn en tegelijkertijd een voldoende inkomen verdienen met datgene waar hun hart ligt. Om dat voor elkaar te krijgen moet het landbouwonderwijs drastisch aangepast worden. Kennisverbreding is vereist. De nieuwe boer moet breed georiënteerd, geïnformeerd en geïnteresseerd zijn en de dialoog met de burgers, cq de consumenten niet schuwen.